Asbest is een verzamelnaam voor in de natuur voorkomende mineralen met een vezelstructuur. Als je zo’n vezel onder de microscoop bekijkt, zie je dat deze weer is opgebouwd uit uiterst kleine vezeltjes, ook wel naaldjes genoemd. De meest voorkomende soorten asbest zijn:
- witte asbest (Chrysotiel)
- bruine asbest (Amosiet)
- blauwe asbest (Crocidoliet).
De overige soorten noemen wij de exoten. Deze komen minder vaak voor, maar vind je bijvoorbeeld vaak in beglazingskit e.d. Asbest heeft van zichzelf veel nuttige eigenschappen: het is onder andere duurzaam, isolerend, brandwerend, slijtvast en versterkend.
Het gevaar van asbest
Wat maakt asbest nou zo gevaarlijk? Asbestnaaldjes zijn zo licht, dat ze gemakkelijk in de lucht kunnen gaan zweven. Wanneer je ze dan inademt, kunnen ze tot diep in je longen doordringen. Afhankelijk van je natuurlijke aanleg en de afmeting en aard van de naaldjes, kan het asbest op termijn (soms pas na 30 jaar!) een vorm van longkanker veroorzaken. Gelukkig zijn niet alle naaldjes schadelijk en dringen ze ook niet altijd diep in de longen door.
Verbod op werken met asbest
Hoe vaker je aan asbest wordt blootgesteld, des te groter is de kans dat je er ziek van wordt. Om die reden heeft de overheid het bewerken en/of verwerken van asbest verboden. Ook heeft ze bepaald dat mensen die beroepshalve asbest moeten verwijderen, dit alleen mogen doen onder strikt beschermende condities, zodat zijzelf, anderen in de omgeving en het milieu daarbij geen gevaar lopen.